LLLM op IASCL 2024
Iedere drie jaar organiseert International Association for the Study of Child Language en groot wereldwijd congres dat in het teken staat van kindertaal. Nadat de vorige editie online plaats vond, was het fijn dat we elkaar dit jaar weer in het echt konden ontmoeten in Praag. Een bijzondere locatie, want in het gebouw van de Karelsuniversiteit werden in december 14 studenten en medewerkers doodgeschoten. De eerbetonen aan de slachtoffers in het gebouw waren erg indrukwekkend.
Het congres zelf duurde van 15 tot en met 19 juli en er was een grote Nederlandse delegatie aanwezig. Daaronder waren ook een aantal oud-ACLC’ers: Iris Duinmeijer, Imme Lammertink, Jing Lin en Merel van Witteloostuijn, die allemaal de afgelopen jaren aan de UvA promoveerden, vertelden tijdens het congres over het onderzoek dat zij in hun huidige banen uitvoeren. Leuk om daar weer wat van te horen! Ook drie huidige PhD-studenten gaven presentaties over hun onderzoek.
Elise van Wonderen gaf op de dinsdag een presentatie over Bayesian evidence synthesis. Een nieuwe manier om verschillende studies samen te analyseren. Wanneer standaard manieren voor het uitvoeren van een meta-analyse niet toereikend zijn, omdat studies erg veel van elkaar verschillen, kan deze techniek uitkomst bieden. Het hele paper is eerder dit jaar gepubliceerd, en hier terug te vinden: https://doi.org/10.3758/s13428-024-02350-2.
Later in de week presenteerde Elise ook nog een poster over een deel van haar promotie-onderzoek. Ze vergeleek verschillende manieren om bij ouders uit te vragen welke talen ze tegen hun kinderen spreken: een eenmalige enquête met beknopte vragen, of een app die een paar keer per dag een vraag stelt over de afgelopen uren. De beknopte vragen lijken vaak voldoende om een goed beeld te krijgen. Vanuit praktisch oogpunt een fijne conclusie!
Anne-Mieke gaf in dezelfde sessie als Elise ook een presentatie. Er was veel interesse voor haar onderzoek naar de interactie tussen peuters in de meertalige dagopvang. Ze voerde nieuwe netwerkanalyses uit, waarmee je als onderzoeker inzicht krijgt in welke kinderen precies met elkaar spelen: zijn dat kinderen die dezelfde taal spelen, of juist niet? Uit de eerste resultaten van haar onderzoek blijkt dat kinderen die dezelfde thuistaal spreken inderdaad naar elkaar toe trekken, maar dit gebeurde vooral in groepen waar de andere kinderen alleen het Nederlands spreken. In groepen waar kinderen veel verschillende thuistalen hebben, trokken kinderen met dezelfde thuistaal minder naar elkaar toe.
Tot slot presenteerde Heleen de Vries ook nog een poster op het congres. Zij vertelde over haar onderzoek naar het leren van (rang)telwoorden bij kleuters met en zonder een TOS. Haar voorlopige resultaten zijn dat kinderen met een TOS iets minder goed kunnen tellen dan kinderen zonder TOS, maar dat ze het extra veel moeilijker vinden om bijvoorbeeld de derde of de achtste aan te wijzen. De grammaticale achtervoegsels die van een telwoord een rangtelwoord maken, vinden ze dus erg ingewikkeld. Al met al allemaal erg interessante uitkomsten, en hou de LLLM-blog in de gaten voor verdere ontwikkeling rondom al deze onderzoeken.